woensdag 27 januari 2010

weekje vakantie in oeganda

 Tijd voor wat tekst en uitleg bij de prentjes. Vorige week dinsdag zijn we vanuit Musanze, de stad van de gorilla’s, richting Oeganda vertrokken. Eerst met het busje naar Cyanika over de nog comfortabele wegen. De Rwandese kant van de grens was uitgerust met een blitse slagboom terwijl aan Oegandese zijde een schamele boomstam voor ‘grens’ moest doorgaan. Met onze backpack staken we simpelweg te voet de grens over. Het contrast tussen Rwanda en haar noorderbuur was direct frappant. De goed aangelegde weg ging langzaam over in een triestig landweggetje. Aan de grenspost graasden enkele geiten en koeien. Welkom in Oeganda, volgens mij Afrikaanser dan Rwanda. Algauw werden we aangeklampt door een taxichauffeur die ons verder over de erbarmelijke Oegandese wegen ging leiden. Door de vele haarspeldbochten en maagkerende putten in combinatie met eindeloos gerepeate kerkgezangen, bleef Hanne deze keer ook (naast Katrien) niet van wagenziekte gespaard. In de late namiddag werden we voor de vermoeiende trip beloond: een prachtig zicht over Lake Bunyoni.


We waren van plan om naar een eilandje te varen en daar een hutje te huren. Weerom werd de illusie dat je in Afrika nog alles ‘last minute’ kunt regelen, doorbroken. Alle hutjes waren volgeboekt. Dan maar een slaapplekje op het vasteland. De chauffeur wist ons te vertellen dat het prachtige ‘kasteel’ aan het meer door Belgen werd uitgebaat en... dat ze er ambachtelijk ijs serveren. ’s Avonds (enkel maneschijn) zijn we daar met zo’n wiebelend kanootje naar toe gepeddeld. Gelukkig was er een toproeister aan boord, anders waren we ongetwijfeld in het water gesukkeld. Gita en Raf baten een prachtig hotel uit (http://www.birdnestatbunyonyi.com) met een onbeschrijfelijk zicht over het meer. We werden er hartelijk ontvangen met superlekkere fruitpannenkoeken (de ijsmachine was jammergenoeg nog niet in gebruik :-). ’s Morgens hebben we nog eens het kanootje genomen om er te gaan ontbijten. Een echte aanrader voor mensen die volop van de rust van Lake Bunyoni willen genieten! Woensdag zijn we dan toch naar een eilandje geweest. Onze gehoopte zwempartij is helaas in het water gevallen, blijkbaar is het droogseizoen hier ook behoorlijk nat. Gelukkig was er op het eiland een heerlijk restaurant, een echte culinaire verademing na 6 weken rijst-bonen-bananen-frieten ééntonigheid.


Donderdag begonnen we aan de 5 en half uur durende rit naar Queen Elisabeth Park. Bij het binnenrijden van het safaripark zagen we hier en daar al wat antilopen rondhuppelen. We hadden ergens een hutje gehuurd in de Equator Lodge, adres onbekend, maar onze chauffeur hield vol dat hij het wel zou vinden. Hij was echter heilig van ‘nomen est omen’ overtuigd, die lodge moest en zou op de evenaar liggen. Geen enkele voorbijganger en parkwachter had echter ooit gehoord van een Equator lodge. Na heel veel telefoontjes bleek onze bestemming zich 120 km van de ‘equator’ te bevinden. Dan werd ‘naturelodge’ maar een avontuurlijk alternatief. Toch bleef de chauffeur boos op de eigenaar van de logde met de misleidende naam.


Uiteindelijk kregen we 3 bedjes in een banda (zie foto), die uitkeek over het meer waar ’s avonds een ganse kudde olifanten kwam drinken. We hoorden ook het constante ‘geloei’ van de nijlpaarden die ons leken te omsingelen. ’s Avonds moest er een bewaker ons naar het restaurant begeleiden, om te verhinderen dat we op een dier zouden botsen. We kregen ook een fluitje om hulp te roepen. Ik was er toch niet zo gerust in, ondanks de sussende woorden van de ober, ‘niet bang zijn de leeuwen komen niet elke dag’. Hanne heeft die nacht geen oog dicht gedaan, de dichte dierengeluiden (het leek wel of ze onder de hut zaten!) maakten haar helemaal ‘excited’. Toch mocht ze van ons de deur niet opendoen om het wild te gaan bespieden. ’s Morgens lagen de nijlpaardenuitwerpselen naast onze hut.... Vrijdagmorgen waren we al vòòr zonsopgang uit de veren, om op ‘game ride’ te vertrekken. De leeuwen laten zich immers het best zien bij het krieken van de dag. En we hadden geluk, we zagen zelfs verschillende welpjes. Met de filmmuziek van Elton John op de achtergrond waanden we ons al volledig in de ‘Lion King’.


Onder de opgaande zon kwamen steeds meer dieren tevoorschijn: antilopen, waterbucks, buffels, olifanten, pumba’s (hoe heten die varkentjes nu weer) met hun grappige poepschuddende loop (net zoals in de film trouwens!). ’s Namiddags gingen we een boottochtje maken op het meer, om de nijlpaarden en talloze vogels te spotten. Helaas zijn we daar niet meer geraakt...

HANNE WE MISSEN JE!!!







de olifantjes komen drinken in de 'tuin' van onze lodge



de 'waterbucks' in queen elisabeth park'



zoek de olifant!






op de evenaar

de openluchtdouche - onze 'banda' waar de nijlpaarden komen grazen

1 opmerking: