zondag 7 maart 2010

nostalgische mijmeringen

Ondertussen begeven we ons al een weekje op Belgische (vries)bodem. En het is aanpassen... De koudwaterkraan doet je hart bijna stilstaan en aankleden duurt 's morgens minstens 10 minuten langer. Met de zon in een wolkenloze blauwe lucht waan je  je soms terug in Afrika, maar de ijzige temperaturen brengen een snelle ontnuchtering. De mensen zijn zo wit, hun kleren zo kleurloos, en hier zijn geen mzungu fans...  In het ziekenhuis geen dansende verpleging  noch zingende patiënten. Eén voordeel, eten is overal toegelaten dus we kunnen naar hartelust chocolaatjes smikkelen. En het rijst, banaan, frietbuffet is vervangen door SODEXO, met mini rijst portietjes, de Rwandezen zouden hier pas echt verhongeren. Katrien heeft nog een  vacature voor afwasser (m/v), gezien de bewakertjes in het land van Medy gebleven zijn...

Het had echter niet veel gescheeld, of we waren tussen de heuvels achtergebleven.
Onze laatste zaterdagnacht waren we nog s naar de planet (plaatselijke disco) geweest en toen we naar huis wilden gaan, stelden we vast dat onze voorziene lift zijn bril kwijt was  en te beschonken om ons enige vorm van veiligheid te bieden. Hij beweerde echter dat een taxi nemen nog gevaarlijker was, maar we hebben het er toch maar op gewaagd! En net toen we ons realiseerden dat dat taximannetje ons eigenlijk overal naar toe kon voeren (ja zonder Hanne zijn we steevast gedesoriënteerd), begon hij plots heel traag te rijden. Eindelijk één die naar onze 'bohoro' (traag in het Kinyarwanda) luisterde? Maar dan ging hij ineens snel in achteruit 'police police'. We zijn daar maar snel uit het autootje 'gesprongen', zonder te betalen! En daar stonden we dan, ergens ten velde in Kigali, om 4u 's nachts. Katrien had snel een hulplijn ingeroepen en toen die naar onze coördinaten vroeg, was ons enige herkenninspunt een reclamebord van Mützig  (waar Kigali vol van staat). Uiteindelijk waren we slechts op 10 minuten voetafstand van ons huisje verwijderd. En inderdaad, even verderop was er een controlepost, dus de taxichauffeur was niet zo kosjer...

  Ik wou niet naar huis zonder eigenhandig een keizersnede te hebben gedaan en we moesten Dr. King nog zien te overtuigen om een baby te redden... En we hadden nog steeds geen echte intore dansers gezien, en djembe's op straat, en fufu eten met Dr. King en een amarula boom vinden en waar hing Medy toch uit? Daarbij komt nog dat we 42 uur vòòr onze vlucht beseften dat we vergeten waren om onze vlucht 72 uur op voorhand te bevestigen. En dan namen die van SN niet meer op 's avonds laat, dus hebben we het thuisfront nog eens ter hulp geroepen. Len ging desnoods enkele passagiers overtuigen om plaats te maken voor ons op het vliegtuig :-) Benieuwd of dat bij Verhofstadt (die ook op ons vliegtuig zat, maar hij heeft ons niet herkend :-) gelukt ging zijn. Maar uiteindelijk bleek dat ze onze zitjes nog niet doorverkocht hadden...

De laatste week van ons verblijf vonden verschillende granaataanslagen plaats, waarschijnlijk de verkiezingskoorts die al wat begint op te laaien. De laatste nacht in Kigali vond er een explosie plaats in ons toilet terwijl Katrien er op zat. De lamp was om één of andere mysterieuze reden ontploft (het onderzoek door de anoniemeling van de Belgische ambassada loopt nog), maar gelukkig is Katrien er enkel met de schrik van af gekomen. Onze guardian angel zit echt overal!

Zaterdagnamiddag kwam het afscheid. De idee dat de heuvels voorgoed uit ons gezichtsveld zullen verdwijnen en dat we de zalige zonnestralen voor een ganse poos zullen missen, maakte me echt misselijk. Deze keer lieten we het besturen van ons bagagekarretje aan een vakman over, onze kantelaccidenten indachtig... Bij het inchecken van de bagage stonden we alweer voor een nieuw avontuur. Blijkbaar mochten we maar 2 zakken per persoon en ik had er 3, dus moesten we daar in de business rij (tot grote ergernis van de echte business klanten) al onze spullen beginnen reorganiseren. Anders moesten we bijbetalen,  helaas waren we na de souvenirjacht compleet blut. Uiteindelijk begonnen ze wat medelijden te krijgen, en mocht 1 valies mee als handbagage. 12 uur later landden we in een koud en grijs België... Na een halfuur wachten op onze zakken sprong Katrien enthousiast recht van ons bagagekarretje, waarbij deze laatste kantelde (Leen zat er nog op), maar weerom geen gewonden noch blikschade...

En daarmee zijn de 3 rwandameisjes terug herenigd... Een avontuur om nooit te vergeten!

zondag 21 februari 2010

chirurgie en obstetrie in Kigali

Ondertussen begint het einde stilaan te naderen... Nog even een verslagje van mijn stage in Kigali. 3 weken stond ik elke dag te puffen in de operatiezalen van het CHUK. De - door de Belgische regering beloofde – airco is nog steeds niet geïnstalleerd, helaas. (Maar universiteit Gent stuurt wel zijn stagiairs uit om de hoofden van de bezwete dokters af te deppen, een goedkoper alternatief :-) Met de tropische temperaturen, de dikke steriele schorten, koortsige patiënten en warme lampen, parelde mijn zweet (bij sommige forsere chirurgen was het nog veel erger!) haast in de patiënt. Daarbij komt nog dat ik vaak assisteerde bij etterende en met stoelgang bevuilde buiken, die mijn N. Vagus niet onberoerd lieten (dat ik de ganse tijd moest vechten tegen het flauwvallen.) Ondertussen heb ik ook gehoord dat er tijdens de ingrepen vaak anesthesiegassen in de zaal ontsnappen, waar ik bijzonder slaperig en misselijk van word. Bijgevolg dient er steeds een stoel in de buurt te zijn als ik aan tafel sta...


De assisstent-chirurgen opereren hier vaak alleen, ook al zijn het nog maar 2de jaars. Dr King is mijn favoriet. Hij studeert binnen enkele weken af, maar wil zich graag specialiseren in kinderheelkunde, daarmee zou hij de eerste zijn in Rwanda! Hij is een bijzonder toegewijde arts, wat zeker niet voor iedereen in het CHUK geldt. Terwijl de anesthesist zich languit op een tafel legt voor een dutje, merken we op dat de elektroden om het hartritme te volgen, niet aangeschakeld zijn. De tijd tussen 2 operaties lijkt wel eindeloos, het duurt een eeuwigheid vooraleer de patiënt is verbed, de zaal gekuist wordt en de nieuwe operatie voorbereid is. Soms is er niemand om de patiënt te brengen en zit de chirurg gemakkelijk 2 uur te wachten.... Op een morgen werd tijdens de staf gemeld dat er die dag niet geopereerd kon worden. De sterilisatiemachine was kapot. Misschien morgen nog steeds. Niemand leek zich hierin op te winden buiten ik. Een baby’tje dat normaal geprogrammeerd stond voor die dag, is gestorven. Dr. King was er echt niet goed van. Weeral een voorbeeld van volledig te vermijden sterfte!


Hierna terug tijd voor wat verloskunde! Muhima is een district hospitaal met de grootste materniteit van Rwanda. Gemiddeld zijn er 30 bevallingen per dag. Het lijkt er wel een fabriek. De vrouwen in arbeid liggen in 2 zalen en als ze volledige ontsluiting hebben (= klaar om te bevallen) worden ze naar de bevallingszaal gebracht. Dan is het persen, knippen, baby er uit (vaak wordt niet op uitwendige spildraai gewacht maar trekken ze het er uit!), knip hechten en plaats maken voor de volgende... Ze zijn hier wel met een heuse monitor uitgerust, een log toestel op een kar om de hartslag van de baby te meten, die ze van bed naar bed zeulen om elk half uur een meting doen. Toch hebben ze niet zo’n hoge dunk van het toestel en controleren ze vaak met de foetoscoop (‘toeter’ om op de buik te zetten), want ‘soms zijn machines ook moe’ en dan ‘onderschat hij de hartslag en wordt er onnodig een keizersnede gedaan. Maar ja, daar doen ze geen studies naar...’


Prenatale kiné zou hier volgens mij echt een gat in de markt zijn. Vrouwen in arbeid hebben al eindeloze uren moederziel alleen weeënpijn doorstaan en zijn al volledig uitgeput vòòraleer ze aan het persen moeten beginnen. De vroedvrouwen tonen weinig compassie en maken zich bijzonder kwaad omdat ze niet goed persen. Maar niemand doet de moeite om de vrouwen uit te leggen hoe ze dat dan het best doen. Vaak eindigt het dan ook onnodig in een keizersnede...

Dat assisteren bij een keizersnede niet altijd even veilig is, werd snel duidelijk. Bij de al wat oudere dokter met een niet echt vaste hand, was het echt vluchten voor de bevende naald. Daarbij meldde hij me dan nog even tussendoor (de operatie was ver gedaan) dat de patiënt HIV positief is, dus dat ik maar moest oppassen.



Normaal gezien is Muhima de place to be om bevallingen te doen, maar helaas is er nu juist een groep van 6 stagiairs die met al het werk weglopen... Bovendien voelde ik mij tijdens de mototochtjes naar Muhima niet echt op m’n gemak, dus zit ik nu weer in het CHUK voor gynaecologie. Hopelijk kan ik toch nog wat bevallingen meepikken en laten ze me een keizersnede doen...

zaterdag 13 februari 2010

dagje Akagera - onze missie giraffen en zebra's!

3 Weken na onze nachtmerrie in Queen Elisabeth’s Park, hebben we ons toch weer aan een safari gewaagd. Dit keer in een echte jeep met gordels, met een verzekering en in het gezelschap van een Canadese anesthesist (helaas met een kater) en een verpleegster. We moesten ons huis al om 5 uur verlaten, maar gelukkig hielden de bewakertjes de wilde honden op afstand. In de auto stelde Katrien al snel een evacuatieplan op punt (ik ga door dit raampje!)... 2 uurtjes later kwamen we veilig in het park aan. Daar kregen we een ranger toegewezen die ons eerst een korte briefing gaf. Trots toonde hij de kaart van Akagera en zei hij: zo ziet het Akagera park er uit. Na zijn toereikende uitleg, leek het park bezoeken al niet meer nodig. Hij moest ons wel teleurstellen. We bevonden ons in het zuidelijke, dorre deel van het park met maar heel weinig dieren. Als we echt veel dieren wilden zien, moesten we nog 3 uur verder rijden naar het noorden. Helaas daar hadden we de benzine niet voor... Maar als we een beetje geluk hadden dan ‘you can meet the snakes’ (ja die willen we wel onmoeten), maar het is heel moeilijk ‘to meet a lion’. Wij waren enkel uit op giraffen en zebra’s, de rest hadden we al in Queen Elisabeth gezien. De weg in het park was vreselijk, we werden constant doorééngeschud en bovendien was het een aanhoudend gevecht met de bijtende ‘horseflies’ in de auto. En waar waren de dieren? De ranger bleef maar vertellen hoeveel er vroeger (vòòr de ‘gebeurtenissen van 1994’) wel niet zaten en over de hyena’s en luipaarden, kuddes giraffen helaas in het noorden. En die ene neushoorn en de al even eenzame leeuw...

We vreesden al dat we ons enkel met het uitgedroogde landschap gingen moeten tevreden stellen. Na veel off-track gehobbel stonden we oog in oog met onze belangrijkste target : een giraf. Het was weliswaar een oud en verstoten exemplaar. Volgens de gids zijn giraffen ‘very nice and peaceful’.
                                                                                                                                              
              
Daarna zagen we nog enkele verschoppelingen (een impala mannetje dat uit de groep gezet was) en een giraffenskelet. Op naar de zebra’s. Die laten zich heel moeilijk fotograferen, ze zijn namelijk heel verlegen (dixit de gids die de psyche van de dieren doorgrondt). Zo zagen we ongeveer dieren aan een ritme van één per uur en bleef de weg onze ingewanden omkeren (de anesthesist werd met het uur bleker en bleker tot hij uiteindelijk in slaap viel).
          

Dan wou de gids ons naar het meer meenemen ‘to meet the hippo’s en the crocodiles’ die op de middag vredig zonnebaden op de stenen, helaas vandaag niet. We zagen er wel baboons (slimme dieren, maar wel soms koppig) en hun o zo schattige kroost en maraboets, indrukwekkend grote vogels. Om zeker geen dieren te missen, reden we af en toe pal door het meer, terwijl Katrien en ik maar bleven discussiëren over ons reddingsplan en naar links en rechts over helden om de jeep in evenwicht te houden. De gids deed echt zijn uiterste best om ons zo veel mogelijk te laten zien. Zo zagen we door zijn verrekijker met een enorme vergroting 2 olifantenstippen aan de overkant van het meer.




 

Ondertussen begonnen onze geschudde magen te rommelen en dan zijn we maar naar lake Muhazi gereden voor een ‘snelle’ hap. Na 2 eindeloze uren kregen we smakeloze fishsticks aangeboden. Bovendien begon het plotseling te stortregenen en schemeren en we moesten nog anderhalfuur terug naar huis rijden. De chauffeur leek het niet noodzakelijk te vinden om zijn ogen op de weg te houden. Ons geroep (nog steeds vanuit de post-acute stress fase) moest hem ervan weerhouden niet voortdurend naar het landschap te kijken. De rit leek wel eindeloos te duren, maar uiteindelijk is ons avontuur goed afgelopen. Het ziet er niet naar uit dat we ons nog vaak op de Rwandese wegen gaan wagen...

dinsdag 9 februari 2010

Kigali

Het is eventjes wennen na het kleine vertrouwde Butare om in een grootstad als Kigali te wonen. Kigali strekt zich wijd uit over bijzonder vermoeiende heuvels en bovendien moeten we Hanne haar uitstekende oriëntatievermogen missen. In het begin zijn we toch een paar keer verdwaald, maar ondertussen beginnen we ons hier thuis te voelen. De bewakertjes van de VVOB zijn de schattigste van heel Kigali. Ze komen in de keuken liedjes van meddy meezingen en dansen en doen hun best om ons op alle vlakken gerust te stellen: we wonen hier in de buurt van de wilde honden, maar volgens hen hebben de honden een bijzonder betrouwbaar bioritme. Zo komen ze stipt om 23u de straat op en zijn ze (al even stipt) om 6u weer weg. En als je tussen die uren buiten komt? ‘’Ah, oui ils vont vous attaquer, oui merci beaucoup’’


Toen we op een avond thuiskwamen , leek ons huis in lichterlaaie te staan. Met onze lichamen nog steeds in acute shock, probeerden we de kalmte te bewaren. Gelukkig was het enkel rook, maar waar rook is, is vuur, dus wij op zoek naar de brandhaard. Bleek dat de buren hun afval aan het stoken waren. Dus vroegen we de bewakers of ze niet wilden vragen het vuurtje te doven. Ze konden dit echter onmogelijk vragen, want het was het ‘huis’ van de hond dat in brand stond en niet dat van de buren. Blijkbaar steken honden hier graag vuurtjes aan! Op advies van een oude bekende van de Belgische ambassade beschermden we ons ’s nachts met dekens en een emmer water naast ons bed. De volgende ochtend kwam er echter nog een staartje aan het brandverhaal. Leen neemt nog altijd als een echte mzungu een motootje naar het ziekenhuis terwijl ik de berg naar het ziekenhuis beklim om toch een beetje in conditie te blijven. Helaas bleef Leen bij het afdalen van de moto met haar linker onderbeen aan de uitlaat plakken. Met als resultaat een 2de graads brandwonde diameter 8 cm. Sindsdien worden ook Leens kuitspieren elke dag op de proef gesteld.



In het ziekenhuis hier sta ik op interne/spoed en Leen zweet zich te pletter in de operatiezaal. Enkele dagen per week sta ik op spoed (de afdeling met de ‘interne ziekten’) en de rest van de week doe ik mee de zaalronde met een Rwandese stagiair. Af en toe komt de assistent eens een kijkje nemen, maar meestal staan de stagiairs er alleen voor. Een van de eerste dagen kwamen we een bewusteloze patiënte op het einde van de zaalronde tegen. Ze was al in een redelijk diepe coma, maar niemand had het opgemerkt of de moeite gedaan om er iets aan te doen. Volgens ons had ze een encefalitis en er was geen dokter in de buurt, dus hebben we snel in mijn boekje van interne de juiste behandeling opgezocht. Maar we wilden toch dat er eventjes een dokter kwam kijken – in België zou er al onmiddellijk een volledig peloton klaarstaan- maar er was nog maar één dokter en die had het te druk op de spoed. De rest van de dokters gaat hier blijkbaar ’s middags geld gaan bijverdienen in privéziekenhuizen. Ook op de intensieve zorgen afdeling was er geen plaats meer. En monitors en zuurstof hebben ze hier niet op de zalen. De patiënt is nog altijd in leven, maar voor hoe lang nog?

Op spoed is het een ware overrompeling van patiënten. Patiënten liggen op brancards die elkaar de weg versperren, zodat er een volledige reorganisatie nodig is als er een patiënt uit de zaal moet voor een onderzoek. Als alle brancards vol zijn, mogen de doodzieke patiënten op een stoel gaan zitten of als die er ook niet meer zijn of als ze niet kunnen zitten, mogen ze op de grond gaan liggen. De mensen moeten hier vaak dagen lang wachten op onderzoeken en behandelingen. De onderzoeken worden weliswaar snel aangevraagd, maar worden ten vroegste na enkele dagen uitgevoerd. Ik heb nog geen enkele appendicitis gezien die de dag zelf nog geopereerd werd. Meestal duurt het een paar dagen voor ze in actie schieten, met als gevolg dat de meeste al geperforeerd zijn als ze op de operatietafel belanden. Alles gaat hier zo traag, geen enkele Limburger kan hieraan tippen (ook jullie niet, Elkie en Simon)

Van therapeutische hardnekkigheid hebben ze hier ook geen last, reanimeren staat hier niet hoog aangeschreven. Iedereen stond er mooi naar te kijken, toen ik bezig was met hartmassage bij een vrouw. Niemand wilde zelfs de defibrillator of de beademballon gaan zoeken. Ik mocht het vragen zoveel als ik wilde, die vrouw haar hart klopte niet en je kan de doden niet tot leven wekken, zeiden ze mij. Ik denk dat ze mij hier een koppige mzungu vinden en misschien hebben ze wel gelijk, maat het is moeilijk voor mij om zoveel mensen te zien sterven, zonder dat al het mogelijke is gedaan.

Er is hier wel een ‘shockruimte’ voor de patiënten die er zeer ernstig aan toe zijn, maar de verpleegster die er normaalgezien aanwezig moet blijven, loopt af en toe eens weg. Een jongen van 21 is zo vorige week gestorven zonder dat er nog iets kon gedaan worden, want ja, er was niemand aanwezig om het op te merken dat hij niet meer ademde. Een halfuurtje ervoor had ik hem nog springlevend gezien. Soms is het hier heel triestig dus.

Maar we hebben nog altijd de zon!!

zondag 31 januari 2010

Update vanuit België (door Hanne)

Hei allemaal!
Eerst en vooral allemaal bedankt voor de lieve smsjes en steun! Theeft me echt deugd gedaan tijdens de eenzame dagen int ziekenhuis van Nairobi. Een kleine update:
Ik ben sinds donderdag terug in het land. De repatriering is niet zo vlotjes verlopen,maar dat verhaal bespaar ik jullie. Belangrijkste is dat ik nu veilig terug ben. Donderdag heb ik al meteen een neurochirurg gezien en het gaat dus om een instabiele fractuur van het facetgewricht C4-C5 met anterolisthese van C4 en een indeukingsfractuur thoracaal (sorry dit is voor de medische mensen onder jullie), in mensentaal nu: ik heb een instabiele breuk van een van mijn nekwervels. Ze gaan dat maandag oplossen door 2 wervels aan elkaar te zetten dmv een plaatje en een "cage" (cervicale fusie met discectomie op niveau C4-C5). Tis belangrijk dat de 2 wervels niet meer kunnen schuiven tov elkaar zodat er geen druk op ruggenmerg en verlamming kan optreden. Ik heb dus eigenlijk veel geluk gehad.
Na de operatie volgt nog een revalidatieperiode maar normaalgezien komt alles dus goed!
Ik vind het superlief dat iedereen zo meegeleefd heeft. Ik heb er echt spijt van dat de stage op deze manier geeindigd is, want ik heb echt een ongelofelijk tijd gehad in Rwanda. Katrien en Leen: IK MIS JULLIE OOK! Geniet nog van jullie resterende tijd in Rwanda, en hou de blog levende! Ik kijk er al naar uit om jullie verdere avonturen te volgen!
Groetjes
Hanne

Hieronder nog enkele fotootjes die nog op mijn camera stonden:
 
  
 

woensdag 27 januari 2010

weekje vakantie in oeganda

 Tijd voor wat tekst en uitleg bij de prentjes. Vorige week dinsdag zijn we vanuit Musanze, de stad van de gorilla’s, richting Oeganda vertrokken. Eerst met het busje naar Cyanika over de nog comfortabele wegen. De Rwandese kant van de grens was uitgerust met een blitse slagboom terwijl aan Oegandese zijde een schamele boomstam voor ‘grens’ moest doorgaan. Met onze backpack staken we simpelweg te voet de grens over. Het contrast tussen Rwanda en haar noorderbuur was direct frappant. De goed aangelegde weg ging langzaam over in een triestig landweggetje. Aan de grenspost graasden enkele geiten en koeien. Welkom in Oeganda, volgens mij Afrikaanser dan Rwanda. Algauw werden we aangeklampt door een taxichauffeur die ons verder over de erbarmelijke Oegandese wegen ging leiden. Door de vele haarspeldbochten en maagkerende putten in combinatie met eindeloos gerepeate kerkgezangen, bleef Hanne deze keer ook (naast Katrien) niet van wagenziekte gespaard. In de late namiddag werden we voor de vermoeiende trip beloond: een prachtig zicht over Lake Bunyoni.


We waren van plan om naar een eilandje te varen en daar een hutje te huren. Weerom werd de illusie dat je in Afrika nog alles ‘last minute’ kunt regelen, doorbroken. Alle hutjes waren volgeboekt. Dan maar een slaapplekje op het vasteland. De chauffeur wist ons te vertellen dat het prachtige ‘kasteel’ aan het meer door Belgen werd uitgebaat en... dat ze er ambachtelijk ijs serveren. ’s Avonds (enkel maneschijn) zijn we daar met zo’n wiebelend kanootje naar toe gepeddeld. Gelukkig was er een toproeister aan boord, anders waren we ongetwijfeld in het water gesukkeld. Gita en Raf baten een prachtig hotel uit (http://www.birdnestatbunyonyi.com) met een onbeschrijfelijk zicht over het meer. We werden er hartelijk ontvangen met superlekkere fruitpannenkoeken (de ijsmachine was jammergenoeg nog niet in gebruik :-). ’s Morgens hebben we nog eens het kanootje genomen om er te gaan ontbijten. Een echte aanrader voor mensen die volop van de rust van Lake Bunyoni willen genieten! Woensdag zijn we dan toch naar een eilandje geweest. Onze gehoopte zwempartij is helaas in het water gevallen, blijkbaar is het droogseizoen hier ook behoorlijk nat. Gelukkig was er op het eiland een heerlijk restaurant, een echte culinaire verademing na 6 weken rijst-bonen-bananen-frieten ééntonigheid.


Donderdag begonnen we aan de 5 en half uur durende rit naar Queen Elisabeth Park. Bij het binnenrijden van het safaripark zagen we hier en daar al wat antilopen rondhuppelen. We hadden ergens een hutje gehuurd in de Equator Lodge, adres onbekend, maar onze chauffeur hield vol dat hij het wel zou vinden. Hij was echter heilig van ‘nomen est omen’ overtuigd, die lodge moest en zou op de evenaar liggen. Geen enkele voorbijganger en parkwachter had echter ooit gehoord van een Equator lodge. Na heel veel telefoontjes bleek onze bestemming zich 120 km van de ‘equator’ te bevinden. Dan werd ‘naturelodge’ maar een avontuurlijk alternatief. Toch bleef de chauffeur boos op de eigenaar van de logde met de misleidende naam.


Uiteindelijk kregen we 3 bedjes in een banda (zie foto), die uitkeek over het meer waar ’s avonds een ganse kudde olifanten kwam drinken. We hoorden ook het constante ‘geloei’ van de nijlpaarden die ons leken te omsingelen. ’s Avonds moest er een bewaker ons naar het restaurant begeleiden, om te verhinderen dat we op een dier zouden botsen. We kregen ook een fluitje om hulp te roepen. Ik was er toch niet zo gerust in, ondanks de sussende woorden van de ober, ‘niet bang zijn de leeuwen komen niet elke dag’. Hanne heeft die nacht geen oog dicht gedaan, de dichte dierengeluiden (het leek wel of ze onder de hut zaten!) maakten haar helemaal ‘excited’. Toch mocht ze van ons de deur niet opendoen om het wild te gaan bespieden. ’s Morgens lagen de nijlpaardenuitwerpselen naast onze hut.... Vrijdagmorgen waren we al vòòr zonsopgang uit de veren, om op ‘game ride’ te vertrekken. De leeuwen laten zich immers het best zien bij het krieken van de dag. En we hadden geluk, we zagen zelfs verschillende welpjes. Met de filmmuziek van Elton John op de achtergrond waanden we ons al volledig in de ‘Lion King’.


Onder de opgaande zon kwamen steeds meer dieren tevoorschijn: antilopen, waterbucks, buffels, olifanten, pumba’s (hoe heten die varkentjes nu weer) met hun grappige poepschuddende loop (net zoals in de film trouwens!). ’s Namiddags gingen we een boottochtje maken op het meer, om de nijlpaarden en talloze vogels te spotten. Helaas zijn we daar niet meer geraakt...

HANNE WE MISSEN JE!!!







de olifantjes komen drinken in de 'tuin' van onze lodge



de 'waterbucks' in queen elisabeth park'



zoek de olifant!






op de evenaar

de openluchtdouche - onze 'banda' waar de nijlpaarden komen grazen

zondag 24 januari 2010

korte update

Verslag volgt, even de stand van zaken meedelen. We hebben vrijdag een auto-ongeval gehad in Queen Elisabeth park in Oeganda, waar we een weekje op vakantie waren. Tijdens het manoevreren is de auto in een dal gevallen en zijn we enkele keren over kop gegaan. We reden niet zelf, we hadden een chauffeur en een auto ingehuurd. Hanne moest overgebracht worden naar Nairobi omwillle van een nekprobleem. Ze krijgt vandaag, maandag een speciale MR scan en op basis hiervan wordt beslist of ze al dan niet naar België kan vandaag.  Katrien heeft voornamelijk spierpijnen en blauwe plekken, ik enkel schaafwonden. Katrien en ik zijn voorlopig in Kampala, waar we uitstekend begeleid worden door de ambassadeur en zijn vrouw, morgen keren we terug naar Kigali.

Leen